HTML | beschrijving element | BUTTON | |
|
Handleiding HTML Legenda | HTML-elementen | Inhoud HTML | Inhoud CSS | Begin
De beschrijving van de attributen CLASS, DIR, ID, LANG, STYLE en TITLE is opgenomen in het onderdeel Algemene attributen. Een overzicht van attributen, die betrekking hebben op het uitvoeren van een script bij het optreden van een bepaalde gebeurtenis, wordt gegeven in het onderdeel Gebeurtenis-attributen. Het gebruik van het BUTTON element wordt toegelicht in het onderdeel Formulieren in de Handleiding HTML. |
BUTTON
|
Het BUTTON element kan in een formulier gebruikt worden om een knop te maken met meer mogelijkheden wat betreft de opmaak, dan via het TYPE attribuut van INPUT element. De opbouw is: <BUTTON> </BUTTON> De inhoud van het BUTTON element (bijvoorbeeld tekst en/of afbeeldingen) wordt weergegeven op de knop. Browsers die het BUTTON element niet ondersteunen, geven alleen de inhoud weer. De gebruiker heeft dan geen mogelijkheid meer het formulier te verzenden, de beginwaarden te herstellen, of een script uit te voeren.
|
||||||||||||||||||||||
ACCESSKEY
|
Het ACCESSKEY attribuut kan gebruikt worden om een sneltoets aan het BUTTON element toe te wijzen en daarmee de gebruiker direct vanaf het toetsenbord toegang te geven tot de knop. Gebruik van de sneltoets geeft de knop de focus (activeert hem) en voert de bij de knop behorende actie uit. De opbouw is: <BUTTON ACCESSKEY="waarde"> </BUTTON> De waarde is een enkel karakter (uit het document karakterset), waarbij hoofdletters en kleine letters niet als verschillend gezien worden. Om de knop te activeren moet in de meeste browsers de Alt-toets (op Windows systemen) of de Ctrl-toets (op Macintosh systemen) ingedrukt worden in combinatie met de toets van het aangegeven karakter. Opera hanteert een afwijkende procedure: eerst moet met de toetscombinatie Shift + Esc de werking van het ACCESSKEY attribuut geactiveerd worden, pas daarna kan de toets van het aangewezen karakter worden ingedrukt. In Firefox 2.0 is de toetscombinatie (om verwarring met de sneltoetsen uit het menu van de browser te voorkomen) gewijzigd in Shift, Alt en het aangegeven karakter. Om de gebruiker attent te maken van de sneltoets is het verstandig deze in de tekst of een label te vermelden. |
||||||||||||||||||||||
DISABLED
|
Met het DISABLED attribuut kan aangegeven worden dat de knop niet actief is. De opbouw is: <BUTTON DISABLED> </BUTTON> Een BUTTON element met het attribuut DISABLED krijgt geen focus, wordt overgeslagen in de tab-reeks en er gebeurt niets als erop gedrukt wordt. |
||||||||||||||||||||||
NAME
|
Het NAME attribuut wordt gebruikt om de knop een naam te geven. Het script of programma op de server dat het formulier afhandelt, wordt daarmee in staat gesteld de knop te onderscheiden van andere controls in het formulier. De opbouw is: <BUTTON NAME="naam"> </BUTTON> |
||||||||||||||||||||||
TABINDEX
|
Met het TABINDEX attribuut kan de volgorde bepaald worden, waarmee verschillende onderdelen van een document (hyperlinks, gebieden van een client-side image map en controls van een formulier) de focus kunnen krijgen (geactiveerd kunnen worden) als de gebruiker de tab-toets op het toetsenbord indrukt. De opbouw is: <BUTTON TABINDEX="waarde"> </BUTTON> De waarde mag een positief of negatief geheel getal (integer) zijn. De normale tab-volgorde is de volgorde waarin de elementen in het document voorkomen. Elementen waarvoor het TABINDEX attribuut gebruikt is, komen voor elementen zonder het TABINDEX attribuut. Elementen met een positieve waarde voor de TABINDEX worden doorlopen van de laagste waarde naar de hoogste waarde. Een element met een negatieve waarde voor de TABINDEX doet niet mee in de tab-volgorde. Hetzelfde geldt voor elementen met het DISABLED attribuut. |
||||||||||||||||||||||
TYPE
|
Het TYPE attribuut bepaalt wat er gebeurt, als op de knop gedrukt wordt. De opbouw is: <BUTTON TYPE="waarde"> </BUTTON> De volgende waarden zijn beschikbaar:
|
||||||||||||||||||||||
VALUE
|
Het VALUE attribuut geeft een waarde aan de knop, welke in combinatie met de waarde van het NAME attribuut naar de server verstuurd wordt bij drukken op de knop. Indien meerdere knoppen gebruikt worden met als waarde "submit" voor het TYPE attribuut, dan kan het script of programma dat het formulier afhandelt aan de combinatie NAME/VALUE zien, welke actie ondernomen moet worden. De opbouw is: <BUTTON VALUE="waarde"> </BUTTON> |
Legenda | HTML-elementen | Inhoud HTML | Inhoud CSS | Begin Handleiding HTML (https://www.handleidinghtml.nl/) |